Deze methode is veel nauwkeuriger dan het bowlen op de pins, en hij is dan ook bij vele bowlers in gebruik. Bij deze methode probeer je een spot (een dot of een arrow) op de baan te raken, zonder dat je naar de pins kijkt. Zo’n spot kan een dot of een arrow op de baan zijn, maar ook een donker of licht board van de baan. Het is natuurlijk veel gemakkelijker om een spot, die op een afstand van 3, 6 of 15 feet van de foutlijn ligt, te raken, dan dat je richt op een pin, die op een afstand van 60 feet van de foutlijn staat. Natuurlijk zal spotbowling pas goed werken, als je een regelmatige en goed getimede techniek zult hebben. Als je je techniek nog aan het ontwikkelen bent, probeer dan niet een specifieke spot te raken, maar een bepaald gebied (bijvoorbeeld rond de tweede arrow). Zodra je techniek beter wordt kun je ook je spot verkleinen, zodat je steeds beter zal gaan spotbowlen. De arrows of pijlen, die zich op een afstand van 15 feet van de foutlijn bevinden zijn uitermate geschikt om te gebruiken bij het spotbowlen. Over het algemeen wordt de tweede arrow van rechts gebruikt voor de strikes en spares op links, terwijl voor de spares op rechts de derde arrow gebruikt wordt.
No comments:
Post a Comment